SV | Maar de koning zeide: Wat heb ik met u te doen, gij zonen van Zeruja? Ja, laat hem vloeken; want de HEERE toch heeft tot hem gezegd: Vloek David; wie zou dan zeggen: Waarom hebt gij alzo gedaan? |
WLC | וַיֹּ֣אמֶר הַמֶּ֔לֶךְ מַה־לִּ֥י וְלָכֶ֖ם בְּנֵ֣י צְרֻיָ֑ה [כִּי כ] (כֹּ֣ה ק) יְקַלֵּ֗ל [וְכִי כ] (כִּ֤י ק) יְהוָה֙ אָ֤מַר לֹו֙ קַלֵּ֣ל אֶת־דָּוִ֔ד וּמִ֣י יֹאמַ֔ר מַדּ֖וּעַ עָשִׂ֥יתָה כֵּֽן׃ ס |
Trans. | wayyō’mer hammeleḵə mah-llî wəlāḵem bənê ṣəruyâ kî kōh yəqallēl wəḵî kî JHWH ’āmar lwō qallēl ’eṯ-dāwiḏ ûmî yō’mar madû‘a ‘āśîṯâ kēn: |
Maar de koning zeide: Wat heb ik met u te doen, gij zonen van Zeruja? Ja, laat hem vloeken; want de HEERE toch heeft tot hem gezegd: Vloek David; wie zou dan zeggen: Waarom hebt gij alzo gedaan?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar de koning zeide: Wat heb ik met u te doen, gij zonen van Zeruja? Ja, laat hem vloeken; want de HEERE toch heeft tot hem gezegd: Vloek David; wie zou dan zeggen: Waarom hebt gij alzo gedaan?
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!